Het principe van de consumentenprijsindex is vrij simpel. Je hebt een mandje met goederen en diensten waarvan je de prijs maandelijks, per kwartaal of jaarlijks meet. Naarmate deze goederen en diensten in prijs stijgen en dalen, stijgt en daalt ook de gemiddelde prijs van het mandje. Deze prijsverandering meet je in een percentage en dat is je CPI.
Maar zoals veel mensen, waaronder James Lavish, regelmatig aanhalen:
“Het probleem is dat de CPI in een aantal opzichten niet consistent is. En dit is wat alle controverse en verwarring veroorzaakt.”
Allereerst moet er natuurlijk bepaald worden welke goederen en diensten moeten worden opgenomen in het representatieve mandje. Door bepaalde goederen of diensten wel of niet toe te voegen kun je invloed uitoefenen op de hoogte van het CPI cijfer. Bovendien hangt er ook nog een wegingsfactor aan een product of dienst. Sommige producten of diensten tellen dus zwaarder mee dan andere en vice versa.
Dus wie maakt deze beslissingen?
James Lavish schrijft daar het volgende over:
“Vroeger meette men de prijs van een vast pakket goederen en diensten tussen twee verschillende perioden. Deze methode werd een kostenindex voor goederen genoemd.
De laatste jaren besloot de BLS (Bureau of Labor Statistics in Amerika, vergelijkbaar met het CBS in Nederland), echter dat de CPI moest worden herzien om rekening te houden met veranderingen in de kosten om een constante levensstandaard te handhaven. En zo evolueerde de CPI tot de zogenaamde index van de kosten van levensonderhoud”
Oftewel, het BLS bepaald wat er in het mandje gaat en wat er uit komt, alsmede de weging van alles en dit maakt de hele meting uiteraard rijp voor manipulatie.
Een voorbeeld hiervan zijn de huizenprijzen (asset prijs inflatie). Die worden sinds 1983 niet meer meegenomen omdat het een investeringsgoed zou zijn. In plaats daarvan kijkt men bij huisvesting naar de gemiddelde huurprijs.
Een bijzondere aanname omdat je namelijk in een huis woont. Een huis levert geen inkomstenstroom op maar juist het tegendeel. Je moet een huis onderhouden en dit kost voortdurend geld. Maar de huizenprijzen zijn wel degelijk gestegen wat een direct gevolg is van inflatie. Als geld minder waard wordt door de continue verruiming van de geldhoeveelheid dan vindt er een vlucht naar schaarste plaats. Je kunt niet sparen in Euro’s/Dollars dus wordt het geld geïnvesteerd in dingen die moeilijk bij te maken zijn, waaronder huizen. Dus ja, men is het als investeringsgoed gaan gebruiken maar dit is een direct gevolg van inflatie. Uiteraard leidt het weglaten van de huizenprijzen tot een stuk gunstiger CPI cijfer.
De meetmethode is ook bij ons regelmatig aan verandering onderhevig. Begin maart viel er op de website van het CBS nog te lezen: “CBS introduceert nieuwe meetmethode energieprijzen”.
Verder moet er rekening gehouden worden met technologische verbeteringen. Hoe houd je er rekening mee als bepaalde goederen of diensten in kwaliteit verbeteren?
Lyn Alden zegt hierover het volgende:
“Als de nieuwe Toyota Camry bijvoorbeeld veel duurder is geworden dan de toen nieuwe Toyota Camry van tien jaar geleden, maar dankzij nieuwe technologie veel meer mogelijkheden heeft dan toen, hoe meten we dan de prijsinflatie? We kunnen gemakkelijk de prijsinflatie meten van een eenvoudige grondstof als koper of aluminium die in de loop der tijd niet verandert, maar hoe houden we een appels met appels prijsvergelijking voor complexe artikelen als Toyota Camry auto's?”
Overheden gebruiken een zogeheten hedonische correctie om hiervoor te corrigeren.
“Wanneer een artikel niet langer op de markt beschikbaar is, wordt een vergelijkbaar artikel geselecteerd. Vaak zijn er geen vergelijkbare artikelen waaruit kan worden gekozen, zodat een minder vergelijkbaar artikel wordt gekozen, waardoor een kwaliteits wijziging en een bijbehorend prijsverschil in de index kunnen worden opgenomen.
De hedonische kwaliteits aanpassings methode verwijdert elk prijsverschil dat wordt toegeschreven aan een kwaliteits wijziging door de geschatte waarde van die wijziging op te tellen bij of af te trekken van de prijs van het oude goed.”
Dus dan maar hopen dat ze die kwaliteits wijziging op de juiste waarde inschatten en dat er ook hier geen manipulatie plaatsvindt.
Maar zelfs al zou dit allemaal wel helemaal eerlijk verlopen dan zou het CPI cijfer alsnog een vertekend beeld geven. Waarom?
Het CPI als maatstaf is gebaseerd op de consumentenuitgaven, maar deze worden op hun beurt weer beïnvloed door de prijzen.
Saifedean Ammous zegt daar in zijn boek “De Fiat standaard” het volgende over:
“Als de prijs van bijvoorbeeld voedsel met een hoge voedingswaarde blijft stijgen dan zullen mensen uiteindelijk gedwongen worden deze te vervangen voor goedkopere alternatieven. Doordat de goedkopere voedselsoorten een groter deel van het mandje gaan innemen, wordt het effect van inflatie onderschat.”
Als de koopkracht van onze euro daalt, dan zal dat dus invloed hebben op onze aankoopkeuze. Zodra men voor goedkopere alternatieven zal kiezen zullen we dit niet terugzien in het CPI cijfer omdat het duurdere product uit het mandje verdwijnt (of een lagere wegingsfactor krijgt).
Het gevolg van de waardedaling van de Euro komt ook nog op een andere manier naar voren. Het CPI mandje wordt gemeten in Euro’s. Dit is echter geen vaste rekeneenheid. De waarde neemt namelijk ieder jaar af. Hoe kun je een verschil tussen iets uitdrukken als hetgeen waarmee we meten (maateenheid) niet constant is?
Hoe zou je het verschil in gewicht van twee mensen kunnen uitdrukken zonder daarbij de eenheid kilogram te gebruiken?
Het is dus lastig om de veranderende prijzen van goederen en producten aan te duiden in Euro’s, terwijl de eenheid Euro zelf geen constante is.
Conclusie:
Het probleem is dat de CPI in een aantal opzichten niet consistent is. En dit is wat alle controverse en verwarring veroorzaakt.
- De samenstelling van het mandje verandert regelmatig (door de statistici die voor de overheid werken en daling waarde valuta)
- De wegingsfactoren veranderen regelmatig (door de statistici die voor de overheid werken en daling waarde valuta)
- De maateenheid is niet constant waardoor de hele berekening totaal onlogisch is
Dus als je het gevoel hebt dat de prijzen van alledaagse dingen harder stijgen dan het CPI cijfer laat zien, dan kun je weleens gelijk hebben.
Met vriendelijke groet,
Rick Hutting
Very informative thank you
Heel goed te lezen, Rick, dus duidelijk!